In de Ontwerp-luchtvaartnota 2020-2050 van minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat die is vastgesteld in de ministerraad staan de basisprincipes waaraan de luchtvaart in de toekomst moet voldoen. De ontwerpnota is een uitwerking van de uitgangspunten voor het nieuwe luchtvaartbeleid die vorig jaar zomer zijn gepresenteerd voor Schiphol.
Minister Van Nieuwenhuizen: “Tot een paar maanden terug zaten we in Nederland met de luchtvaart in een totaal andere situatie. Nu zetten we alles op alles om de sector en de vele mensen die er in Nederland hun boterham mee verdienen door een hele zware periode te helpen. Crises in het verleden hebben ons geleerd dat de luchtvaart veerkracht heeft en we over enige tijd waarschijnlijk weer graag het vliegtuig pakken voor het werk, familiebezoek of vakantie. Met de Ontwerp-Luchtvaartnota leggen we de basis voor de periode na deze crisis. We hebben een balans gevonden tussen de verschillende belangen en geven we de mensen in de sector, de omwonenden en de mensen die vliegen perspectief voor de langere termijn.”
Veiligheid voorop
Luchtvaart is een hele veilige manier om te reizen. De luchtvaart veilig houden staat voor het kabinet voorop. Het Rijk zal bij grote veranderingen in de luchtvaart van tevoren een onafhankelijke integrale veiligheidsanalyse in de lucht en op de grond laten uitvoeren. Daarbij is er speciale aandacht voor de automatisering van processen op de luchthavens en in de lucht.
Sterk netwerk van verbindingen
De sleutelpositie van Schiphol in het internationale netwerk van verbindingen via de lucht is belangrijk voor het economische succes van ons land. Het kabinet wil die sleutelpositie en de banen behouden en de netwerkfunctie van rechtstreekse verbindingen met de rest van de wereld versterken. Daarvoor wil het kabinet bij Schiphol meer gaan sturen op vluchten die voor dit internationale netwerk en de economische concurrentiekracht van belang zijn. Lelystad Airport zal vakantievluchten van Schiphol overnemen. Daarnaast wil het kabinet samen met betrokken partijen de internationale verbindingen over het spoor en de weg verbeteren, zodat het aantrekkelijker wordt om voor korte afstanden de trein of de bus te nemen in plaats van het vliegtuig.
De bestaande regionale luchthavens richten zich wat het kabinet betreft op vluchten die van toegevoegde waarde zijn voor de regionale economie en de behoefte van de reizigers in de betreffende regio’s. Daarnaast ziet het kabinet een rol voor de kleinere luchthavens bij speciale luchtvaartactiviteiten, zoals vliegscholen en de ontwikkeling van nieuwe initiatieven op het gebied van elektrificatie en drones. Het kabinet wil dat er tussen de verschillende luchthavens meer samenwerking komt en zal daarover de regie voeren.
Omdat de luchtvaartnota gaat over een lange termijn, tot 2050, is er veel onzeker over bijvoorbeeld de ontwikkeling van technologie zoals duurzame brandstoffen en elektrisch aangedreven vliegtuigen. Een indicatie van de groeimogelijkheden is te vinden in de zogenaamde Plan MER. Hierin heeft een onafhankelijk consortium geschetst wat de milieugevolgen zijn van het nieuwe luchtvaartbeleid in verschillende scenario’s. Als wordt uitgegaan van de verwachte ontwikkeling van de technologie en de doelen voor de verduurzaming van de luchtvaart van het kabinet, schetst de Plan MER dat richting 2050 een jaarlijkse groei van maximaal 1 tot 1,5 procent voor de luchtvaart in Nederland mogelijk kan zijn.
Op Schiphol kunnen er binnen het huidige operationele systeem niet meer dan 540.000 vliegtuigbewegingen plaatsvinden. Hoe groei na 540.000 vluchten op Schiphol operationeel mogelijk kan worden gemaakt, moet de komende jaren worden onderzocht. Naar een luchthaven op zee wordt geen onderzoek gestart. Het kabinet wil daarnaar kijken als het bedrijfsleven kan aantonen dat dit kansrijk en betaalbaar is en gedragen wordt door de verschillende partijen in de luchtvaartsector.
Betere leefomgeving
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe koers is dat het kabinet geen ongeclausuleerde groei meer zal faciliteren. Dit betekent dat er alleen ruimte voor groei is als het aantal ernstig gehinderden aantoonbaar afneemt. Voor Schiphol werkt het kabinet op basis van die randvoorwaarde door aan de ontwikkeling van de nationale luchthaven op de middellange termijn. De aanpak richt zich onder meer op het terugbrengen van het aantal nachtvluchten en op de instelling van een fonds door de sector om de leefbaarheid in de omgeving te verbeteren.
Het kabinet betrekt omwonenden en andere belanghebbenden nauw bij de ontwikkelingen van de luchthavens, en zal dat blijven doen. In aanvulling op de geluidsberekeningen die internationaal wettelijk zijn voorgeschreven zal er meer gebruik worden gemaakt van metingen. Dit geeft de mensen in de omgeving meer duidelijkheid over de geluidsbelasting en kan de berekeningen verbeteren.
Het RIVM doet onderzoek naar de gezondheidseffecten van ultrafijnstof van vliegtuigen. Daarnaast zal het Rijk met de GGD’s in Nederland een monitoringsprogramma opzetten zodat er meer informatie beschikbaar komt hoe het geluid van vliegtuigen ook in de verdere omtrek van de luchthavens door mensen wordt beleefd.
Schoner vliegen
Het kabinet wil de (internationale) regels aanpassen zodat er meer mogelijkheden zijn om stillere en schonere vliegtuigen voorrang te geven en maakt werk van het gebruik van duurzame brandstoffen voor vliegtuigen, zoals biokerosine en synthetische kerosine. Nederland blijft die ontwikkelingen ook in internationaal verband aanjagen.
In de Ontwerp-Luchtvaartnota heeft het kabinet de doelstellingen uit het ontwerpakkoord duurzame luchtvaart van de sector en de overheid voor de afname van CO2-uitstoot overgenomen. Dit betekent dat de grondoperaties op de luchthavens binnen tien jaar volledig klimaatneutraal zijn en dat de CO2-uitstoot dan op het peil van 2005 zit. In 2050 willen de betrokken partijen dat de CO2-uitstoot voor de luchtvaart gehalveerd is ten opzichte van 2005 en in 2070 op nul staat.
De Ontwerp-Luchtvaartnota is tot stand gekomen met inbreng van belanghebbenden en maatschappelijke organisaties. Nu start de zienswijzeprocedure. Het streven is de nota eind dit jaar vast te stellen.